Goed, je leerlingen gaan dus robots bouwen. Maar die moeten wel bewegen. Hoe doe je dat?
In deze les laten we eerst zien hoe machines bewegen met behulp van motortjes, tandwielen en assen. Je klas leert iets over stroomcircuits en overbrenging. Maar daarna wordt het lekker praktisch. We pakken de basisset aan materialen erbij en leggen in heldere tekeningen uit hoe je alles aan moet sluiten.
Maak teams van drie tot vier kinderen en deel de setjes met handleiding uit.
Sluit het motortje aan op de batterij*. Lukt het om het motortje te laten draaien? Draai nu de batterij-clip eens om. Wat gebeurt er? De motor draait de andere kant uit! Een echte slimmerik zal doorhebben dat je dan dus voor- én achteruit kan bewegen. Hoeveel soorten beweging kan je eigenlijk bedenken? Rijden, rollen, trillen, wiebelen, glijden, duwen, ….
*Let op: de aansluitingen op de motor zijn kwetsbaar. Als je ze te vaak heen en weer buigt kunnen ze afbreken.
Geef je leerlingen als huiswerk mee om na te denken wat voor soort battle-robot ze willen gaan maken. En wat hun aanvalsstrategie gaat worden. De robots zullen worden gebouwd van eenvoudig knutselmateriaal en oud speelgoed. Vraag je klas om de volgende keer spullen van thuis mee te nemen. De volgende les gaan we ontwerpen!